Tribolex    Expertise, ervaring en creativiteit

 

NLGI-indeling van smeervetten

 

De NLGI-indeling voor smeervetten kent negen penetratieklassen die smeervetten indelen naar hun consistentie (stijfheid). De bepaling wordt uitgevoerd met een penetrometer met een gestandaardiseerde indringkegel. De indringdiepte na verloop van een gestandaardiseerde tijd bepaald de pentratieklasse.

Alvorens de meting wordt uitgevoerd, wordt het te testen vet volgens een standaardmethode enige tijd gekneed. Door de mechanische belasting verliest het vet een deel van zijn stijfheid.

 

NLGI-klasse
penetratie na kneden, mm-1
000
445 - 475
00
400 - 430
0
355 - 385
1
310 - 340
2
265 - 295
3
220 - 250
4
175 - 205
5
130 - 160
6
085 - 115

 

De NLGI 000, 00 en 0 vetten zijn zogenaamde halfvloeibare vetten. Ze worden gebruikt voor de smering van tandwielen in niet-oliedichte omkastingen en in centrale vetsmeersystemen met dunne en/of lange leidingen. NLGI 2 en 3 vetten worden veel gebruikt voor de smering van wentellagers. Vetten bedoeld voor chassismering van voertuigen vallen doorgaans ook in de NLGI 2 klasse. NLI 4, 5 en 6 vetten hebben een te hoge stijfheid voor de smering van wentellagers en worden nauwelijks nog toegepast.

Betekenis

De NLGI penetratieklassen geven alleen informatie over de stijfheid van een vet. Over samenstelling en voorziene toepassing valt uit de NLGI-klasse niets af te leiden.

Omdat vetten zowel qua samenstelling als qua toepassing zeer uiteenlopen dient voorzichtigheid betracht te worden bij menging van verschillende smeervetten, zeker wanneer door de aard van de toepassing de duur van de vermenging langdurig zal zijn. Wanneer vermenging niet valt te voorkomen, is vooraf overleg over de voorziene vermenging met uw leverancier zeer aan te raden. Sommige vetsoorten zijn volstrekt niet mengbaar.

Aanvullende informatie

NLGI (website)

.